Albert de Lange. Mijn tweede muze als het gaat om bezig te zijn met de dood en de dokter. Mijn eerste muze is mijn eigen man, overleden in augustus aan alvleesklierkanker.
De Lange was bijna dertig jaar redacteur bij Het Parool. Als hij zijn column start in oktober 2014 is hij ‘uitbehandeld’. De column krijgt de titel Deadline. En, zo staat er: “Hij verkent, vermoedelijk niet lang meer, de route naar zijn aangekondigde dood.” Het duurde vijf maanden en vijf maanden lang schreef hij wekelijks over dat geleende leven.
Hij is mijn muze omdat hij bleef praten. Niet stil viel. Toch schrijft hij op 11 april 2015 in zijn laatste column: “Ik zal niemand per se aanraden in het aangezicht van de dood een column te beginnen. Zeker, het heeft me waanzinnig veel gebracht, ik ben overspoeld met mooie brieven, bedolven onder mails, liefde en aandacht, en ik heb het graag gedaan. Het heeft betekenis gekregen.
Maar dat publieke sterven, zoals het is gaan heten, is niet bevorderlijk voor de intimiteit in kleine kring. Als iedereen (bijna) alles weet, bedreigt dat toch het exclusieve samenzijn en voor je het weet is de column zelf het thema, niet de situatie. Of je krijgt als auteur de neiging dingen via de band te spelen, in plaats van het gesprek te voeren.”
Zelfs hij ontweek het gesprek over zijn leven met de dood. Hij was bijna dagelijks in goed gezelschap van gezin, goede vrienden, collega’s, kennissen. Wij wisten (bijna) alles. En we ontweken het moeilijkste. Ik hoop dat we kunnen leren.
Albert de Lange overleed op 24 april. Hij is 57 jaar geworden. Zijn advies: “Heb een mooi leven. Dat is het beste.”
De columns van Albert de Lange zijn gebundeld. Het is tijd. Laatste berichten van Albert de Lange. Ingeleid door Bert Keizer. Met bijdragen van Paul Arnoldussen. Samengesteld door Marjolein Datema en Paul Arnoldussen. Amsterdam, 2015.
Geschreven door Geeske Hendriksen.
Foto Albert de Lange ©Jan van Breda, Het Parool.